woensdag 18 september 2013

Opvoeden met gezag.

In de puberteit zal de manier waarop ouders ervoor zorgen dat hun kinderen zich aan die regels houden, moeten veranderen. Bij kleine kinderen is er sprake van een groot machtsverschil; zij zijn afhankelijk van hun ouders en d.m.v. belonen en straffen oefenen ouders deze macht uit. Vaak hebben ouders dan nog (ook lichamelijk) overwicht, dus lukt het meestal wel om niet acceptabel gedrag te stoppen, desnoods met macht door je kind op te pakken en in de gang neer te zetten. Of door middel van straf (dreigen) en belonen. “Als je nu stopt met zeuren, mag je na school TV kijken.” “Als ik je nog 1 keer je broer zie slaan, pak ik die schep van je af.” Op die manier doen kleine kinderen over het algemeen wel wat de ouders willen.
Naarmate kinderen ouder worden, neemt dit machtsverschil af; pubers zijn en zien zichzelf als minder afhankelijk en later als gelijkwaardig aan hun ouders. Ze beginnen hun eigen macht te ontdekken en accepteren het niet meer als hun ouders hen met macht in het gareel proberen te krijgen. Het is belangrijk dat ouders hierin meegaan. Als je toch macht blijft gebruiken of je heel star opstellen, houdt je een hok vol herrie (ruzie, schelden, slaan), of je kind gaat je ontlopen(weglopen, spijbelen, verslavingen) of hij leert niet om een eigen identiteit en verantwoordelijkheidsgevoel op te bouwen ( geeft zijn eigen mening op, wordt een meeloper).  Voor een machtsconflict heb je twee partijen nodig, als je als ouder niet meer reageert met macht, heb je geen machtsconflict meer.
Maar alle regels loslaten, is ook niet de manier. Het gaat er dus om dat je gaat opvoeden met gezag, liefdevol leiding geven aan je puber.
Opvoeden met gezag wil zeggen, dat je dreigen en straffen overbodig maakt. Je gaat uit van een positieve insteek, dat je probeert om op een positieve manier invloed te hebben op je puber. Dat je kinderen  dingen gewoon voor je doen als je het zegt, zonder dat je ervoor moet dreigen; als…dan… Daar moet je dus nu al aan werken en niet pas als macht niet meer werkt. Wat wel helpt is met beloning werken en dan niet in de zin dat er overal iets tegenover moet staan, maar vooral met complimenten geven en je dankbaarheid tonen. Dus op een positieve manier je puber beïnvloeden. Aangeven dat je van je kind houdt, maar dat er regels en grenzen zijn en dat je bepaald gedrag niet tolereert.
Waarachtigheid en rechtvaardigheid  is iets wat bij pubers van nu hoog in het vaandel staat. Dus ze zullen je daar naadloos in spiegelen. Je bent veel geloofwaardiger als je zegt wat je doet en doet wat je zegt. Je hebt een voorbeeldfunctie  Bijv. m.b.t. roken en drinken. Pubers prikken zo door je houding heen, als je het zelf wel doet en het hen verbiedt zonder daarin open over jezelf te zijn en zelf bijvoorbeeld met teveel drank achter het stuur gaat zitten.
Je wint aan gezag als je laat zien, dat je ook inzicht in jezelf hierbij hebt.
Je voorbeeldfunctie in het leven voorleven, werkt beter dan alle woorden bij elkaar. Los daarvan staat dat als jij wel rookt of drinkt  dat geen reden is dat je jonge puber dit dan ook zou mogen. Jij blijft de opvoeder, in die zin is jullie relatie niet gelijkwaardig; als ouder houd je de regie.


Henriëtte Maas www.pacha-mama.nl