woensdag 22 april 2015

Iedereen let op mij!

In de puberteit worden pubers zich steeds meer bewust van zichzelf. Jongeren hebben een egocentrisch perspectief en denken dat iedereen op hen let en van alles aan hen ziet. In hun hoofd wisselen de positieve en negatieve stemmen elkaar af, de ene stem zegt dat ze veel  beter, slimmer en mooier dan hun vriendin zijn, maar de volgende keer overheerst de stem die zegt dat ze dom, waardeloos, lelijk zijn. Deze positieve en negatieve gedachten zorgen voor veel innerlijke strijd en innerlijke verwarring.
Ze kunnen uren voor de spiegel staan en erg bezig zijn met uiterlijk, kleding en haar. En met hoe ze op anderen overkomen. Het is heel belangrijk dat je goed in de groep ligt en vooral niet teveel afwijkt of opvalt. Pubers gaan behalve dat ze kritischer naar zichzelf kijken ook kritischer naar anderen kijken, vooral naar hun ouders.
Pubers en vooral hoogsensitieve pubers zijn erg bezig met anderen en interpreteren signalen van anderen als goed- of afkeuring. Maar daarbij interpreteren ze dat niet altijd op een goede manier. Als ze op het schoolplein andere jongeren naar hen zien kijken en met elkaar praten, kunnen ze de conclusie trekken dat er over hen geroddeld wordt. En daar dan erg gevoelig op reageren. Ze interpreteren dat het over hen gaat en dat het vast niet positief is. Met als gevolg dat ze zich onzeker gaan voelen en in hun gedachten steeds met het voorval bezig blijven en zich niet erg goed meer kunnen concentreren.
Het gedeelte in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het herkennen van verfijnde sociale signalen is nog in ontwikkeling. Pubers kunnen dus moeite hebben met het juist inschatten en interpreteren van emoties van anderen. Of ze nemen hun eigen gevoelens als uitgangspunt en projecteren die op de ander. Naarmate pubers ouder worden, kunnen ze emoties bij anderen steeds beter herkennen en juist duiden, met name de nuances zoals het verschil tussen walging, boosheid en angst.
Onderzoekster Eveline Crone geeft aan dat pubers zich steeds beter in anderen leren verplaatsen. Soms schieten ze hierin door in de zin dat ze hypergevoelig worden voor emoties op de gezichten van anderen. Ze kunnen veel emotioneler reageren dan volwassenen, blijkt uit hersenscans.  Ze zijn erg gevoelig voor afwijzing, zelfs als je boos naar ze kijkt, kan dit erg binnenkomen. Ze laten zich snel in een emotie meeslepen. Ze kunnen het gevoel van afwijzing nog niet afremmen omdat de prefrontale cortex daartoe nog onvoldoende ontwikkeld is bij pubers
Hersenen reageren praktisch hetzelfde op uitsluiting van leeftijdgenoten als op bedreigingen van de gezondheid of de voedselaanvoer. Voor het brein is afgewezen worden dus een levensbedreigende situatie. Daarom kunnen ze zo heftig reageren als ze zich bedrogen of afgewezen voelen. Vriendschappen krijgen een andere betekenis. Voor die tijd is vriendschap vooral dat je dezelfde dingen leuk vindt en dat je  bepaalde dingen samen doet of deelt. In de puberteit wordt de wederkerigheid in relaties belangrijker gaan ze beseffen dat een ander heel anders tegen dingen kan aankijken dan ze zelf doen.


Henriƫtte Maas www.pacha-mama.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten